Het was juli 1980. Motörhead belde. Het album ‘Bomber’ was een commercieel succes en de band kreeg haar eerste gouden album uitgereikt. Dit moest groots gevierd worden en dat zou gebeuren na afloop van ‘the Heavy Metal Barn Dance’.
De grootste Britse metal acts traden op: Saxon, Girlschool, Vardis, en Angel Witch. Met Motörhead als headliner. Een megaconcert in de Bingley Hall in Stafford, Engeland.
Motörhead nodigde mij uit om daarbij te zijn. Ik had de band in mei 1980 als headliner geboekt van het Lochem Festival. Dat optreden was hen goed bevallen. Twaalfduizend fans in een prachtig openluchttheater, stralende zon en tientallen groupies.
Een andere ‘voorziening’ was een speciale zending cocaïne die ik via een contact van een niet nader te benoemen ambassade had laten bezorgen, ten behoeve van de artiesten. In de bewerking van cocablad tot cocaïne was één stadium overgeslagen, waardoor het een lichtbruine kleur had en een zachte structuur.
Men vroeg of ik een onsje van die bijzondere coke kon laten bezorgen voor het feest in Engeland. De uitnodiging voor deze bijzondere show was verleidelijk. Dat hardrock spektakel moest ik zien. Maar hoe dat onsje in Engeland te krijgen zonder zelf een groot risico te nemen? Los van mijn jeugdige stupiditeit om dit de Britse grens over te laten brengen (ik was 23 en zoals President George W. Bush ooit zei: “When I was young and irresponsible, I was young and irresponsible.”) moet je het gebruik van cocaïne in de context zien van die tijd. Het was nieuw en net populair geworden in hippe kringen. Het werd gezien als een onschuldig maar creatief middel omdat beroemde dichters zoals Baudelaire onder invloed van cocaïne hun grote werken hadden geschreven. Het was tot 1930 een ingrediënt in Coca-Cola en werd toen nog als een geneesmiddel beschouwd. Er is ook weinig mis met cocabladeren. Goed voor een stimulerende thee, om op te kauwen tegen hoogteziekte en voor een vlotte spijsvertering. Maar cocaïne heeft net zoveel met cocabladeren van doen als een homeopathisch middel met gezondheid.
Ik besloot mijn ambassade contact met de boot naar Engeland te laten reizen. Ik ging met het vliegtuig. We zouden elkaar op het St Pancras Station in Londen ontmoeten en vandaar met de trein naar Stafford gaan.
Bij aankomst op St. Pancras bleek de ‘diplomaat’ in opperbeste stemming. Hij had flink van zijn transport zitten snoepen. Ik stopte het pak in mijn Samsonite koffer. Samen met een nieuw, Engels krijtstreep maatpak, leek mij dit de ultieme uitmonstering. Ik zag er uit als een Britse bankier.
De aankomst in Stafford was overweldigend. Vijftienduizend heavy metal fans, duizenden motoren, prachtig weer en grootse shows in een bovenmaatse veehal. Ik baande mij een weg door de menigte buiten, met verbaasde blikken van hardrockfans, naar het backstage terrein. Daar aangekomen kreeg ik de schrik van mijn leven. Een enorme politiemacht was de backstage aan het leegvegen, op zoek naar drugs. Iedere aanwezige werd grondig gefouilleerd. Ik besloot dat de beste weg was om mijn rol als bankier consequent uit te spelen. Met een rustige maar vastberaden tred bewoog ik me door de fouilleringen en arrestaties heen, met mijn Samsonite koffer duidelijk zichtbaar. Zonder dat er een agent naar me om keek kwam ik achter het podium aan.
Daar stond een enthousiaste Motörhead medewerker mij op te wachten. ‘Better go to the hotel man after the show and wait for my call – the chances to get busted are too big if you come with us’. Om 23 uur kwam het telefoontje. Er stond een zwarte Mercedes voor me klaar. Ik werd afgeleverd bij een klassiek Engels kasteel met een enorme trap. Bovenaan de trap stond drummer Phil Taylor (die een paar maanden later zijn nek zou breken en vrijwel meteen weer met een gipsen kraag achter het drumstel zou kruipen). ‘You made it man, we thought you were busted’. En terwijl hij zijn handen spreidde om mij welkom te heten en op me af stapte, kletterde hij stomdronken zo’n twintig treden van de trap.
Ik kan me weinig herinneren van die nacht, behalve dat ik me er van bewust werd dat ik in plaats van creatief gebruik, echte verslaafden aan het werk zag. De volgende ochtend sprak ik met mezelf af nooit meer cocaïne aan te raken. Daar heb ik me tot op de dag van vandaag aan gehouden.
(De laatste jaren breng ik de winters door in Latijns-Amerika. Daar kan je de andere, vernietigende werking van cocaïne zien: de verboden verbouw en handel van het product. Boeren worden uitgebuit en gedwongen om coca te verbouwen en in jungle laboratoria in slavernij te helpen bij de chemische productie. Waarvan de chemicaliën weer de regenwouden vernietigen).