Mijn secretaresse meldde een Amerikaan aan de telefoon. Ik was verbaasd: zo vroeg in de ochtend? Dat moest te maken hebben met de programmering van het Lochem Festival, aanstaande Hemelvaartsdag. Er moest stront aan de knikker zijn. Een afzegging van een artiest. Geld dat niet was aangekomen. Zoiets.
‘Frank – am I in time for your Festival?’ I am at the Postiljon Motel Arnhem. Come on over. We need to talk’. Het was Doug Sahm. Herkenbaar omdat hij praatte als een mitrailleur, hippie-stijl. Omstreeks april -mei van ieder jaar belde Doug. Wereldberoemd geworden met zijn band the Sir Douglas Quintet, met de hit ‘Mendocino’. Deze nummer 1 betekende ook een aardige zak centen voor hem. Die had hij belegd in huizen in Frankrijk en Zweden. Geen idee hoe hij aan deze combinatie kwam. Maar in ieder geval reed hij ieder voorjaar per auto van Frankrijk naar Zweden. Met onderweg een stop in Nederland. Doug had niets met managers dus deed hij alle zaken zelf. Kalenders zegden hem ook niet zoveel, bovendien was ‘Ascension Day’ (Hemelvaartsdag) onbekend in de VS. Dus hadden we ieder jaar een gezellig gesprek met wat biertjes, dat steevast nergens toe leidde.
‘Frank. I am at the Postiljon Motel in Deventer. I have to play your festival. Let’s do a deal’.
Ieder jaar moest ik hem ervan overtuigen dat hij weer op de verkeerde dag langs was gekomen. Dat het festival nog wel een maandje of zo op zich liet wachten en nooit in April zou plaatsvinden. Hij beloofde het te onthouden. Maar ieder jaar in April ging de telefoon.
‘Listen Frank, it is inevitable that I play your festival, we both know that. We might as well do our deal now. I am at the AC –near Zwolle. What is that anyway AC, when DC is missing. Come on over. Bring some grass ’.
De wiet heb ik gebracht, maar van een optreden is het nooit gekomen.