AAN: FRANK VAN HOORN
VAN: Herman Brusselmans
BETREFT: stuk voor 50 jaar Nederpop
TITEL: Jerney
In de jaren zeventig volgde ik onderwijs in het Heilig Hartinstituut in m’n geboortedorp Hamme, een katholieke school die nog ten dele geregeerd werd door geestelijken, de zogenaamde ‘broeders’, die uiteraard van de oude stempel waren en er niks mee inzaten om je geregeld een mep tegen je smoel te geven, bijvoorbeeld als je in een opstel met als thema ‘Mijn hobby’s’ schreef (zoals ik op een keer deed): ‘Mijn grootste hobby is echter niet voetbal maar aan het pruimpje likken van buurmeisje Nancy.’ Met pruimpjes konden broeders niet lachen, zeker niet als er aan gelikt werd.
Hoe conservatief en uit de tijd ze ook waren, aan het eind van ieder schooljaar organiseerden de broeders van het Heilig Hartinstituut een drie dagen durend feest onder de noemer ‘Hamzofee’, wat stond voor ‘Hamse Zomerfeesten’. Vrijdag was er de dag voor de kinderen, ’s zaterdags voor de jongeren en ’s maandags voor de ouden van dagen. De enige dag die mij en m’n gabbers interesseerde was de zaterdag. De dag voor de jongeren! Wij waren jongeren en dat wilden we geweten hebben! Kortom, op die zaterdag was het de bedoeling dat we ons ten eerste lam zopen, ten tweede achter de mokkels aanzaten en ten derde naar de ‘beatgroep voor jongeren’ luisterden die was uitgenodigd. Zulke groepen waren in de loop der jaren de Vlaamse topband The Pebbles, de minder bekende band The Devils In Disguise (waarin een achterneef van broeder Achiel speelde) en op een keer zelfs de Nederlandse sensatie Earth & Fire. Die kenden we natuurlijk van bij TopPop. Ze hadden een grote hits gehad met ‘Seasons’, ‘Memories’ en ‘Maybe tomorrow maybe tonight’, en alles aan de band stond me aan. Er speelde een tweeling in met blond haar tot op hun kont en laarzen met plateauzolen. Ik wilde zelf ook haar tot op m’n kont, wat niet mocht van m’n vader, en ik wilde zelf ook laarzen met plateauzolen, wat nog veel minder mocht van m’n vader. Van m’n vader mocht ongeveer niks behalve je best doen op school, lief zijn voor je moeder en iedere zaterdagmiddag het gras afrijden.
Een andere troef van Earth & Fire was hun drummer. Die had een drumstel met zeker zeven trommels en negen cimbalen! Ik wilde zelf ook een drumstel met veel trommels en veel cimbalen (wat niet mocht van m’n vader).
Maar de grootste sensatie van Earth & Fire was natuurlijk de zangeres, Jerney Kaagman. Met haar in gedachten speelde ik geregeld de fluitsolo en ik vond haar een van de mooiste meisjes van de gehele wereld. Eindelijk zou ik haar van dichtbij kunnen zien. Ik stond op de eerste rij bij het optreden en het kwijl liep ongeveer uit m’n mond. Terwijl de luide klankenbrij van Earth & Fire door Hamme werd gejaagd stond ik naar Jerney Kaagman te staren en dagdroomde ik dat ik, mede omdat ik het likken aan Nancy’s pruimpje ondertussen wel gezien had, aan het pruimpje van Jerney likte en wel op zo’n manier dat ze verzuchtte: ‘Wat kunnen jullie in Vlaanderen prima aan pruimpjes likken!’
Op den duur was het optreden helaas voorbij, en de leden van Earth & Fire verdwenen via de achterkant van de op de speelkoer opgestelde grote tent naar hun kleedkamer, die men ingericht had in één van de klaslokalen, met name het klaslokaal van het eerste leerjaar, van meester Minnebo. Ik sloop uit de tent en liep naar het gebouw waarin meester Minnebo’s lokaal zich bevond. Ik dremmelde rond in de gang, zenuwachtig sigaretten rokend, wat verboden was, maar daar trok ik me geen reet van aan. Overigens mocht ik ook niet roken van m’n vader, wat me allesbehalve rechtvaardig leek, want hij rookte zich zelf te pletter.
De blonde tweeling kwam uit het klaslokaal. Ik groette hen vriendelijk. Wat later kwam de bassist uit het klaslokaal. Ook hem groette ik vriendelijk. Nog wat later de drummer. Die vroeg of ik geen sigaret op overschot had. Ik gaf hem er een en ik wilde net een boom opzetten over drummen, toen Jerney Kaagman het klaslokaal verliet. Ik negeerde de drummer als was hij een telefoonpaal en ik liep op Jerney toe. ‘Mevrouw Kaagman,’ zei ik, ‘ik ben Herman Brusselmans en ik ben uw grootste fan. U zou m’n jaar goedmaken als ik u een kusje mag geven.’ Jerney bekeek me terdege, zag dat ik een enorm knappe jongen was en bood me, terwijl ze volgens mij een beetje geil werd, haar lippen aan. Daar drukte ik een stevige smakkerd op. ‘Nu moet ik helaas weer naar Nederland toe,’ zei Jerney en ze verdween uit het schoolgebouw. De kwestie is dat ik de kus van Jerney Kaagman nooit zal vergeten en het spreekt vanzelf dat dank zij die kus Earth & Fire m’n favoriete Nederlandse band aller tijden is.